Handtherapie

Gespecialiseerde therapie voor hand-, pols- en armklachten en blessures.

Contact opnemen

In het kort

Hand-, pols- of armklachten beperken je vaak meteen in je bewegingsvrijheid. Bij allerlei dingen die je normaal gedachteloos doet heb je ineens hulp nodig. Veters strikken, een appje sturen, je haar kammen, fietsen of autorijden: niets is meer vanzelfsprekend. Logisch dat je daarom snel van je klachten af wilt.

Handtherapie zonder verwijzing of wachttijden

Bij De Haere kun je dichtbij huis meteen terecht bij erkende handtherapeuten. Zonder verwijzing of wachttijden. Vier van onze fysio- en ergotherapeuten hebben zich na hun reguliere opleiding aanvullend gespecialiseerd in handtherapie. Hun expertise omvat de werking en behandeling van spieren, botten, gewrichten, pezen, banden, zenuwen en huid van hand, pols en arm.

De handtherapeuten werken vaak nauw samen met de huisarts, plastisch chirurg, orthopeed en andere medische specialisten. Bijvoorbeeld als er injecties of een operatie aan te pas komen om de hand-, pols- en/of armfunctie zo goed mogelijk te herstellen (revalidatietherapie).

Voor wie

Veelvoorkomende klachten

Voorbeelden van klachten waarbij de handtherapeut je kan helpen zijn:

Artrose (slijtage)

Artrose ontstaat door slijtage van het kraakbeen in de gewrichten. Dit uit zich in pijnlijke en/of stijve gewrichten en minder bewegingsmogelijkheden. Artrose is niet te herstellen of genezen en daarom is de behandeling gericht op het verminderen van pijnklachten (bijvoorbeeld door het aanmeten van een spalk) en het leren omgaan met beperkingen (oefentherapie, stabilisatietraining en adviezen).

Botbreuken

Een breuk in de arm, pols, hand of vingers hoeft niet altijd geopereerd te worden. Afhankelijk van de plek en het soort breuk kan soms met een spalk of gips worden gefixeerd. Om stijfheid na het verwijderen van gips of spalk te voorkomen, is het belangrijk om zo snel mogelijk met oefeningen te beginnen. Met gerichte handtherapie is de kans op snel en volledig herstel van de hand- of armfunctie het grootst.

Vinger uit de kom

Bij de bekende ‘vinger uit de kom’ is meestal het middelste gewricht van de vinger uit kom geschoten. Vaak schiet de vinger vanzelf terug; zo niet, dan zet de (huis)arts of arts op de spoedeisende hulp hem terug op de plek. In beide gevallen kun je nadien wel last hebben van beschadigd bindweefsel en/of verrekte of uitgescheurde banden rondom het gewricht. De vinger wordt dan stijf of juist instabiel. De handtherapeut kan dit behandelen met spalktherapie.

Ziekte van Quervain

M. Quervain is een peesschedeontsteking van twee strekpezen in de duim en wordt vaak veroorzaakt overbelasting. De pezen glijden normaal gesproken gladjes door een soort tunnel (de peesschede) maar als deze ontstoken raakt, slibt de doorgang dicht terwijl tegelijkertijd pezen vaak wat dikker worden. Het gevolg is pijn en soms ontstaat er ook een zwelling aan de duimkant van de pols. De behandeling bestaat vaak uit spalktherapie in combinatie met ontstekingsremmende injecties of medicatie via de arts.

Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)

Het Carpaal Tunnel Syndroom is een aandoening die wordt veroorzaakt door een beknelling van een zenuw in de onderarm. De symptomen zijn tintelingen, een doof gevoel en/of krachtverlies in de hand. De klachten kunnen zonder operatie door de handtherapeut worden behandeld met een polsspalk of door tractie. Mocht dit niet afdoende zijn, dan kan de beknelling operatief worden verwijderd.

Triggerfinger

Hoor je bij het buigen en strekken van een vinger of duim een klikje of knapgeluidje? Of beweegt de vinger haperend in plaats van soepel of blijft hij zelfs krom staan? Dan kan het zijn dat je last hebt van een triggerfinger, ook wel hokkende vinger genoemd. Lastig en soms pijnlijk, maar onschuldig. Een triggerfinger wordt veroorzaakt door een ontsteking van de buigpees en/of peesschede, waar de pees doorheen loopt. De triggerfinger wordt vaak behandeld met een spalk voor het onderste gewricht van de vinger zodat de ontsteking met rust kan herstellen. Is dat niet afdoende, dan kan een arts een ontstekingsremmende injectie toedienen.

Ziekte van Dupuytren (koetsiershand)

De ziekte van Dupuytren wordt ook wel koetsiershand genoemd; de vingers van de hand raken namelijk steeds meer gekromd alsof je de leidsels van een koets in handen houdt. Dit wordt veroorzaakt door verdikkingen en verkortingen van het bindweefsel in de handpalm en binnenzijde van de vingers. Deze aandoening is niet te genezen, maar een operatie kan de klachten verminderen. De handtherapeut helpt daarna bij het weer optimaal leren gebruiken van de hand.

Aangeboren afwijkingen

Er zijn heel veel vormen van aangeboren afwijkingen; sommige zijn erfelijk, andere zijn het gevolg van ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap. Een aangeboren afwijking heeft vaak een lichamelijk en/of verstandelijk beperking tot gevolg. De kinderfysiotherapeut behandelt kinderen met een aangeboren afwijking met therapie op maat. Ze is nauw betrokken bij de voortgang en ontwikkeling het kind en werkt vaak samen met andere betrokken zorgverleners zoals bijv. de kinderarts, revalidatiearts, orthopedagoog, logopedist en ergotherapeut.

Ademhalingsproblemen

Is je kind snel vermoeid, benauwd en/of zie je een andere ademhaling dan normaal, dan kan er sprake zijn van een ademhalingsprobleem. Dit kan aangeboren zijn, maar ook ontstaan als het kind ouder wordt. Soms wordt medicatie voorgeschreven bij benauwdheidsklachten. De kinderfysiotherapeut kan helpen bij de volgende problemen:

  • Snelle / langzame ademhaling
  • Snel vermoeid
  • Het sporten niet meer kunnen volhouden
  • Typische intrekkingen van de borstkas of een vreemde vorm van de borstkas
  • duizeligheid
  • Hyperventilatie
  • Astma
Autisme / ASS

Autisme of ASS (autismespectrumstoornis) is een verzamelnaam van een combinatie van verschillende gedragskenmerken. Een kind kan bijvoorbeeld problemen hebben met sociale interactie, communicatie en/of plannen en handelen. ASS wordt ook wel een informatiestoornis genoemd.

Bij kinderen met ASS zien we soms ook motorische problemen, waardoor ze minder actief zijn en buitenspelen. Toch zijn ze juist gebaat bij veel bewegen. De kinderfysiotherapeut helpt met het aanleren van plannen en handelen, het oefenen van moeizame motorische activiteiten en activeren van je kind.

Baby’s: onrust, overstrekken, prematuur

Huilt of overstrekt je baby zich vaak en maak je je hierover ongerust? De kinderfysiotherapeut helpt bij het vaststellen van de oorzaak en geeft tips en adviezen om je baby tot rust te brengen.

Bij prematuur geboren baby’s volgen we de (motorische) ontwikkeling en geven advies hoe je deze kunt stimuleren.

Chronische vermoeidheid of pijn / SOLK

Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) zijn klachten waarbij geen medische oorzaak wordt gevonden. Bij kinderen gaat het dan vaak om hoofdpijn, aanhoudende pijn bij bewegen of in een bepaalde houding, buikpijn en vermoeidheid. Chronische (langdurige) vermoeidheid komt vaak voor bij kinderen van 12 tot 18 jaar.  Ze zijn extreem moe na minimale inspanning en blijven dit ondanks meer slaap of rust.

De kinderfysiotherapeut bekijkt samen met je kind en jou welke invloed de klachten hebben op het dagelijkse leven. Daarna wordt stapsgewijs toegewerkt naar het opbouwen van activiteiten thuis, op school, met sport en in de sociale omgeving.

Concentratieproblemen / ADHD

Ieder kind heeft wel eens concentratieproblemen, maar voor sommigen geldt dit meer dan gemiddeld. Ze zijn in hun hoofd al bezig met spannende of opwindende dingen die nog gaan komen, zoals een sinterklaasfeest of musical. Of ze zijn veel afgeleid en dromerig waardoor ze zich niet goed kunnen focussen. Concentratieproblemen of ADHD kunnen kinderen veel last bezorgen. De kinderfysiotherapeut helpt met het samen opstellen van een plan waardoor het kind zo min mogelijk hinder heeft van de concentratieproblemen thuis, op school of elders.

Conditie / krachtproblemen

Is je kind snel vermoeid of onhandig tijdens gymlessen, sporten of buiten spelen? Als je twijfelt over de conditie of kracht van je kind, kan de kinderfysiotherapeut onderzoek doen, advies geven en waar nodig behandelen.

Downsyndroom

Kinderen met het syndroom van Down hebben vaak moeite met lichaamshouding. De spierspanning is laag en de gewrichten zijn soepen. De kinderfysiotherapeut kan de motorische ontwikkeling van je kind in kaart brengen en waar nodig stimuleren met oefentherapie en sport- en spelactiviteiten.

Fracturen

De kinderfysiotherapeut helpt je kind bij het herstellen van de beweeglijkheid na een botbreuk. Veel kinderen zijn na een fractuur angstig of hebben minder spierkracht of bewegingsmogelijkheden van arm of been. Met oefeningen en advies wordt het gebruik weer volledig hersteld en kan ook sporten weer worden opgepakt.

Hoofdpijn

Terugkerende hoofdpijn bij een kind kan veel verschillende oorzaken hebben. Nekklachten, spierpijn, te veel prikkels, slecht zien of een afwijkende houding kunnen bijvoorbeeld een rol spelen. De therapie van de kinderfysiotherapeut is gericht op het achterhalen van oorzaken om de klachten te verhelpen. Ook kinderartsen sturen regelmatig kinderen met deze klachten naar ons toe.

Houdingsproblemen

Een correcte houding is heel belangrijk voor een kind in de groei. Zeker nu kinderen veel achter de laptop zitten of met de tablet of playstation spelen. Bij kinderen zien we hierdoor steeds vaker een ‘app-nek’ en ‘gameboy-rug’. Zit of staat jouw kind anders dan anderen en heb je hier vragen over? De kinderfysiotherapeut onderzoekt je kind, geeft advies en zonodig behandeling.

Loopproblemen / tenenloper

Veel ouders raadplegen een kinderfysiotherapeut omdat hun kind anders loopt of veel valt. In dat geval doen we een aantal loop- en beweegtesten om vast te stellen of de zorgen van de ouders terecht zijn in relatie met de leeftijd van het kind. Is dat het geval, dan stellen we zo nodig een behandelplan op, waarbij soms ook een podotherapeut of revalidatiearts betrokken is.

Motorische ontwikkeling

De motorische ontwikkeling gaat over de motoriek van een kind en daarmee wordt ‘het bewegen van het lichaam’ bedoeld. We maken daarbij onderscheid tussen de grove en de fijne motoriek.

De grove motoriek omvat bewegingen zoals omrollen, kruipen, zitten, staan, lopen, rennen, balanceren, gooien/vangen, springen, hinkelen, fietsen, zwemmen, klimmen en klauteren, sporten. De fijne motoriek gaat over alle bewegingen die kinderen met de armen en handen maken. Denk aan reiken, grijpen, tekenen, kleuren, knippen, knutselen, schrijven, veterstrikken, aan- en uitkleden, bouwen enzovoort.

Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. De één zal sneller praten, terwijl een ander juist eerder kruipt of loopt. Maar soms is er spraken van een vertraagde of afwijkende grove en/of fijne motorische ontwikkeling. Bijvoorbeeld door een aandoening, ziekte of ongeval. En soms ook zonder duidelijke reden. De kinderfysiotherapeut onderzoekt en test de motorische ontwikkeling van je kind en zal zo nodig een behandelplan opstellen.

Neurologische aandoeningen

Een aandoening of probleem aan het zenuwstelsel kan ervoor zorgen dat de motorische ontwikkeling en de zintuigelijke informatieverwerking anders verloopt. De kinderfysiotherapeut kan in dat geval met gerichte behandeling en adviezen zorgen voor een verbeterde ontwikkeling waardoor het kind de dagelijkse activiteiten met meer vertrouwen zal uitvoeren.

Oogproblemen

Oogproblemen kunnen de oorzaak zijn van een afwijkende motorische ontwikkeling. Kinderen met beperkt of ander zicht vallen bijvoorbeeld vaker, rennen overmoedig over een evenwichtsbalk of kennen geen angst bij hoogtes omdat ze geen diepte zien.  Daarnaast hebben ze ook vaak problemen met de fijne motoriek: ze zitten met de neus op het papier bij het kleuren, hebben moeite met kralen rijgen of over een dun lijntje te knippen.

De kinderfysiotherapeut helpt bij het verbeteren van de motoriek en geeft praktische adviezen voor thuis en op school. Ook is er vaak overleg met de leerkrachten zodat een kind zo min mogelijk last heeft van oogproblemen.

Orthopedische problemen - gewrichten, spieren en botten

Orthopedische problemen zijn klachten die te maken hebben met gewrichten, spieren en botten. Soms ontstaan ze zomaar, soms door een blessure na een val of bij het sporten. Heeft je kind bijvoorbeeld knie- of hakklachten na het sporten? Dan kan de kinderfysiotherapeut helpen.

De kinderfysiotherapeut heeft aanvullende kennis en expertise van de ontwikkeling van spieren en gewrichten bij kinderen. Sommige klachten komen bijvoorbeeld vaak voor bij kinderen die in een groeispurt zitten. In vrijwel alle gevallen zijn pijnklachten te verhelpen met oefeningen, adviezen en tips.

Schrijfproblemen

Problemen met het (leren) schrijven kan verschillende oorzaken hebben. Het vasthouden van een potlood is een ingewikkelde vaardigheid, waar lang niet iedere kleuter al aan toe is. Er komt een goede pengreep en souplesse van bewegen bij kijken, een voorkeurshand (links of rechts) en het sturen van vingers met de pols. Daarnaast moeten ze vanaf groep 3 letters leren, op rechte lijnen schrijven en de d, b en p niet spiegelen. Kortom: leren schrijven is reuze ingewikkeld en er kan door verschillende oorzaken iets misgaan.

De kinderfysiotherapeut is getraind om schrijfproblemen bij kinderen te analyseren om vervolgens een plan van aanpak te maken, waarbij ook de leerkracht vaak betrokken wordt.

Sensorische integratie – prikkelverwerking

Sensorische integratie, ook wel zintuigelijke informatieverwerking of prikkelverwerking genoemd, gaat over manier waarop zintuigen samenwerken bij het doorgeven en verwerken van informatie.

Al onze zintuigen (reuk, gehoor, zicht, tast, smaak, houding en bewegingsgevoel) geven de hele dag informatie door. Als deze zintuigen niet goed samenwerken, dan kan dit heel lastig zijn in het dagelijkse leven. Prikkels kunnen bijvoorbeeld extra sterk of juist minder sterk binnenkomen. Het effect hiervan verschilt per persoon. Vaak is er wel een afwijking merkbaar: een kind kan moeite hebben met concentreren, snel afgeleid zijn, druk of onrustig gedrag vertonen of juist dromerig of afwezig zijn. Sommige kinderen zijn opvallend teruggetrokken, anderen grensverleggend.

De kinderfysiotherapeut kan onderzoeken of er sprake is van een probleem met de zintuigelijke informatieverwerking. Zo ja, dan kan er onder begeleiding van een sensorische integratie therapeut een behandelplan worden opgestart.

Spanningsklachten

Spanningsklachten bij kinderen kunnen zich vertalen naar lichamelijke klachten. Dat kan bijvoorbeeld hoofdpijn of buikpijn zijn, of zere nek- of rugspieren. Spanningsklachten komen steeds vaker, onder andere door de toenemende prestatiedruk die kinderen voelen. De kinderfysiotherapeut kan helpen bij het achterhalen van de oorzaak en klachten zo nodig behandelen.

Sportblessures

Pijnklachten of bewegingsproblemen na het sporten kunnen te maken hebben met een verkeerde beweging of overbelasting. Maar bij kinderen kunnen deze klachten ook worden veroorzaakt of beïnvloed door groei en ontwikkelingsfactoren. Onze kinderfysiotherapeuten onderzoeken en behandelen klachten, eventueel in samenwerking met de sportfysiotherapeut.

Syndromen

Bij kinderen met een syndroom kan gerichte fysiotherapie helpen om de motoriek te verbeteren. Het behandeldoel wordt hierbij altijd afgestemd op de hulpvraag die op dat moment het belangrijkste is voor kind en/of ouders. De kinderfysiotherapeut werkt in deze gevallen vaak samen met andere zorgverleners en betrokkenen.

Voorkeurshouding baby

Baby’s hebben in het eerste levensjaar vaak een voorkeurshouding: ze draaien hun hoofdje voornamelijk naar dezelfde kant. Misschien had je het zelf opgemerkt of wijst het consultatiebureau erop. Wanneer een baby vaak of langer op een kant van het hoofd ligt, kan er een afplatting of scheve van het hoofd ontstaan. De kinderfysiotherapeut adviseert over manieren waarop de voorkeurshouding kan worden verminderd. In sommige gevallen wordt een schedelmeting (PCM) gedaan om de scheefheid van het hoofdje vast te stellen.

Behandeling

Handtherapie wordt ingezet als conservatieve behandeling voor klachten die zonder operatie kunnen worden verholpen en als nabehandeling na een operatie.

Zonder operatie (conservatief)

Met hand-, pols- en armklachten kun je -net als bij fysiotherapie- gewoon zelf een afspraak maken met de handtherapeut. In dat geval zal deze eerst de klachten onderzoeken om een diagnose te stellen. Gespecialiseerde echografie hebben we in eigen huis en kan waar nodig worden ingezet om de oorzaak van klachten te achterhalen.

Als de diagnose duidelijk is, stelt de handtherapeut een behandelplan op. Afhankelijk van de aard van de klachten kan de behandeling bestaan uit oefentherapie, rust (door het intapen of aanmeten van een pols- of vingerbrace) of tractie.

Intapen

Voor het intapen wordt meestal elastisch tape gebruikt. Het doel is om bepaalde bewegingen in de hand of pols te vermijden zodat bijvoorbeeld een ontsteking van een zenuw, pees of peesschede rust krijgt om te herstellen.

Spalktherapie

De handtherapeut maakt zelf spalken op maat, bijvoorbeeld voor een of meerdere vingers of de pols. Afhankelijk van de aandoening kan dat een spalk zijn die alleen ’s nachts wordt gedragen of dag en nacht. Een spalk is bedoeld om bepaalde gewrichten te stabiliseren en ongewenste bewegingen te voorkomen.

Tractie

Binnen De Haere hebben we de beschikking over een geavanceerd tractieapparaat, waarmee goede resultaten worden geboekt bij de behandeling van het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS), een beknelling van een zenuw in de onderarm. Door voorzichtig te trekken aan de onderarm en pols kan de beknelling worden opgeheven. Meestal volstaan 10 tot 12 behandelingen, te beginnen met 2 x per week 10 minuten en daarna eens per week.

Oefentherapie

Oefentherapie is erop gericht om de functie van hand, pols of arm te herstellen en niet-geblesseerde onderdelen zoveel mogelijk ‘in gebruik’ te houden om stijfheid en zwelling te voorkomen. Sommige aandoeningen zoals artrose, zijn niet te genezen. In dat geval is de therapie vooral gericht op het verminderen van pijnklachten en het aanleren van alternatieve bewegingsmogelijkheden waarmee je de hand, pols of arm zoveel mogelijk kunt blijven gebruiken.

Behandeling na operatie

Na een operatie aan hand, pols of arm verwijst de behandelend arts in veel gevallen door naar de handtherapeut voor nabehandeling en oefentherapie. Dat gebeurt vaak al vrij snel na de operatie om te voorkomen dat er weefselverkleving, stijfheid of krachtverlies in de spieren optreedt. Handtherapie kan bijvoorbeeld worden ingezet na een operatie bij botbreuken, pees- of zenuwletsel, carpaal tunnel syndroom of ziekte van Dupuytren.

Goed om te weten

  • De handtherapeuten van De Haere zijn gediplomeerde fysio- en ergotherapeuten, die de aanvullende opleiding Handtherapie hebben gevolgd.
  • Net als voor gewone fysiotherapie is ook voor handtherapie geen verwijzing nodig. Bij hand-, pols- en/of armklachten kun je zelf rechtstreeks een afspraak maken met de handtherapeut.
  • Handtherapie wordt vergoed vanuit de aanvullende verzekering en bij chronische aandoeningen vanaf de 21e behandeling vanuit de basisverzekering.

Afspraak aanvragen

Ben je voor het eerst bij de Haere of wil je een afspraak maken? Meld je hier online aan. Je ontvangt binnen één werkdag een bevestiging met de afspraakdetails.

Dit geldt niet voor een afspraak voor een huisbezoek of behandeling bij de haptotherapeut of ergotherapeut. In dat geval graag telefonisch een afspraak maken via 0546 - 64 25 71.

Afspraak aanvragen

Afspraak aanvragen

Wilt u een afspraak maken met één van onze specialisten? Vul onderstaand formulier in en klik op Afspraak maken. We proberen binnen 1 werkdag contact met je op te nemen.
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.